Bij aankomst op de prachtige geitenhouderij van familie Schuurman in het Gelderse Oene voel je meteen de gedrevenheid die dit familiebedrijf drijft. Terwijl de ochtendzon over de stallen schijnt, hebben Willian en Robert het ochtendwerk al klaar en zit Robert met zijn jongste zoon aan de keukentafel, genietend van een kop koffie. De sfeer ademt hard werken, passie en samenwerking. Het perfecte moment om Robert de vragen te stellen over zijn bedrijf, zijn aanpak en zijn visie op de toekomst.
1. “Meer melkgeiten uit jouw lammeren opfok” – wat betekent dit thema voor jou?
Robert lacht: “In theorie klinkt dat mooi, maar de praktijk is vaak complexer. Je moet er veel voor doen om van een lam een melkgeit te maken. Voor ons is snelheid in het begin belangrijk. Zo snel mogelijk na de geboorte uit het hok en de biest erin voor een goede opstart. Vervolgens moeten ze goed gespeend worden en drachtig. Wij doen er veel aan om ze drachtig te krijgen, een gust lam is zonde van de energie die je er daarvoor ingestoken hebt.
2.Welke methodes en strategieën gebruik je in de opfok?
“Ons doel is simpel: zo min mogelijk fouten maken. Alles wat geboren wordt tot 1 april, houden we aan als vervanging. De rest wordt verkocht. Bij ons draait het om snelheid en hygiëne. Zodra een lam geboren wordt, halen we het direct uit het hok. De navel wordt twee keer ontsmet met jodium en daarna brengen we het naar de warme, hygiënische biestruimte. Hier krijgt het lam kunstbiest via een sonde om zeker te zijn van voldoende voeding. De lammeren zitten de eerste drie dagen in verwarmde doosjes gevuld met houtkrullen en powercal. Tijdens deze drie dagen krijgen de lammeren vaak en veel melk met de fles, waardoor ze een goede buffer opbouwen. Wij vinden de eerste levensdagen cruciaal voor een goede opstart. De extra aandacht die we hier besteden, vertaald zich terug in een sterk lam. Vanuit de doos gaan de lammeren in een aanleerbak aan de drinkautomaat, hier kunnen ze praktisch meteen zelfstandig drinken.
Voor de voeding heeft Robert een duidelijke aanpak: “We beginnen vroeg met krachtvoer, zoals GIJS Granen Pens melange en schakelen daarna geleidelijk over naar gehakseld stro met de GIJS OG Lammerenbrok Alpha. Dit mengen we in een mini-mengbak, zodat grip houden op de opname. Rondom het spenen besteden we extra aandacht aan de wateropname. We voeren lauw water bij, wat helpt om de overgang soepel te laten verlopen. Voeropname is leidend voor het spenen, ik wil zien dat de lammeren aan de bak komen met het voeren van het krachtvoer. Leeftijd of gewicht kijk ik niet na met spenen, maar ik schat in dat ze zo 18 kg wegen rondom spenen.
Ook de controle is intensief. “Mijn moeder en ik houden de jonge lammeren nauwlettend in de gaten. We lopen minimaal zeven keer per dag door de stal om te voeren of het voer aan te schuiven. Dit zorgt voor veel controle en stelt ons in staat direct in te grijpen als er iets niet goed gaat.” Door er vaak langs te gaan merken we dat dit de voeropname vóór het spenen stimuleert.
Bij de vruchtbaarheid van de lammeren letten we scherp op de activiteit. We wisselen de lammeren regelmatig tussen de lichte en donkere stal om ze actief te houden, laten ze een middag buiten lopen en voor dekbokken hanteren we een lichtschema. Nadat de bok erbij gaat passen we het rantsoen aan; na drie dagen voeren we voor het eerst vers gras, wat zorgt voor flink wat activiteit.”
3. Kun je je aanpak onderbouwen met cijfers? Welke lessen geef je collega-geitenhouders mee?
De energie die wij steken in de opfok van lammeren resulteert er in dat 90% van al onze geboren lammeren uiteindelijk zelf een melkgeit wordt. Van de lammeren die ik dit voorjaar heb opgelegd is nu 4% weg. Dit zal 2% sterfte zijn en 2% selectie.
Ik vind kwaliteit erg belangrijk, door vroeg te selecteren houden we alleen goede dieren over. Dit jaar is er in augustus slecht gedekt, toch zitten we nu op een drachtpercentage van 90% van de gedekte dieren. Ik verwacht dat we dit jaar weer boven de 95% dracht uitkomen.
Robert’s advies: “Hygiëne, aandacht, een goede pensontwikkeling en een doordachte rantsoenovergang zijn essentieel in de begin periode. Vervolgens moeten ze wel drachtig worden. Hier besteden we veel aandacht aan, want anders komt de melk niet. . We werken met krachtvoer vanaf 2 weken om de pens op gang te brengen en voegen geleidelijk meer ruwvoer toe. Zorg ook voor goede wateropname bij het spenen. Dit soort details maken het verschil.”
4. Wat doe je om de gezondheid van je geiten en lammeren te waarborgen?
“Rust en een goede basis zijn cruciaal op ons bedrijf. We minimaliseren stress, en kijken goed naar de behoefte van de dieren. We passen ons aan aan de geiten. Voorkomen van longontsteking is cruciaal in de opfok. We ventileren sinds een paar jaar op CO2 in de lammerenstal. Dit is voor ons een goed hulpmiddel, uiteindelijk moet je het zelf voelen. Onze geitenstal vonden we in de winter aan de koude kant. We hebben de nok nu afsluitbaar gemaakt waardoor we koude stress voorkomen. Vanaf de eerste dag hebben we hier al profijt van. Verder enten we elke geit met een schone naald en gebruiken we kunstmatige inseminatie om risico’s te beperken.”
5. Hoe presteren je melkgeiten qua melkproductie?
“We hebben helaas te maken met CAE, wat een impact heeft op de melkproductie,” vertelt Robert. “We moeten ons meer inspannen om de weerstand van de kudde optimaal te houden, en extra lammeren opfokken. Het kwam waarschijnlijk jaren geleden binnen door de aankoop van een groep dieren. Hoe zorgvuldig je ook bent, soms gebeurt het toch.” Ondanks dat melken we ruim 100 kg vet en eiwit met een krachtvoerverbruik van 62 kg per 100 kg meetmelk.
6. Hoe zie je de toekomst van je bedrijf?
“Met de tijd meegaan,” zegt Robert vastberaden. “Het bedrijf is nog lang niet klaar. We blijven continu verbeteren en kijken naar nieuwe ontwikkelingen in de sector. Zo willen we graag zelfvoorzienend worden in ruwvoer, wat betekent dat extra grond aankopen een logische stap zou zijn.”
Een ander idee dat in de familie wordt besproken, is het vervangen van de gehele kudde om CAE buiten de deur te zetten. “Dit zou ons helpen om de melkproductie op een hoger niveau te brengen en de gezondheid van de kudde te verbeteren. Maar zo’n beslissing is niet alleen complex; het hangt ook af van de financiering door de bank. Het is een flinke investering, dus we moeten goed bekijken of het haalbaar is en wat het ons uiteindelijk oplevert.”
“Voorlopig blijven we ons richten op de bestaande kudde, de geiten doen het veel te goed om te vervangen. Mocht het toch niet aan de verwachtingen voldoen, dan wordt een nieuwe kudde wellicht een serieuze optie,” sluit Robert af.
7. Zie je overeenkomsten tussen je hobby, ‘het fokken van konijnen’ en geiten?
Robert schiet in de lach. “Nee, absoluut niet. Buiten het observeren van dieren is er geen overeenkomst. Samen met mijn vader houd ik al jaren konijnen. Dat is echt een hobby, terwijl de geitenhouderij meer vakmanschap is.”
Het familiebedrijf van Robert Schuurman is een inspirerend voorbeeld van vakmanschap, samenwerking en veerkracht. Elk gezinslid heeft een eigen rol die perfect aansluit bij zijn of haar sterke punten. Robert richt zich op het welzijn van de dieren en het dagelijkse management, terwijl zijn broer Willian de technische expert is en verantwoordelijk is voor het grootste deel van het landwerk, gericht op goede grasteelt en graswinning. Samen nemen ze het melken voor hun rekening. Leonie, de vrouw van Willian, zorgt voor de lammeren van biest tot spenen en Robert’s vrouw Ellen houdt de boekhouding strak in de hand. Ook vader en moeder Schuurman zijn dagelijks aanwezig en springen in waar nodig.
28,2% Van de GIJS klanten melkt meer dan 100kg vet en eiwit. Familie Schuurman is er hier 1 van. Het goede bedrijfsmanagement, met een scherp oog voor voeding en zorg, vertaald zich niet alleen in een hoge melkproductie, maar ook in een opfok efficiëntie van 90%, “Dat is best, héél best,” zegt bedrijfsadviseur Mark Elshoff van GIJS.
Deze prestatie onderstreept de kracht van een hecht familiebedrijf, waar innovatie hand in hand gaat met traditie. De combinatie van discipline, passie en samenwerking maakt dat dit bedrijf niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst een mooie voorbeeld is van goed boeren in Nederland.
Vandaag zien wat morgen fout gaat en daar actie op ondernemen. Dat is de juiste vertaling van het vakmanschap van de Schuurmannen.