Langs zandpaden en klinkerwegen tussen Zelhem en Hengelo (Gld) bevindt zich het geitenbedrijf van de familie Stapelbroek. Het bedrijf tekent mooi af tegen het groene grasland rondom het bedrijf.
In februari 2013 is de familie begonnen met het melken van geiten. Veel ervaring hadden ze op dat moment nog niet, maar gaandeweg hebben ze de klappen van de zweep leren kennen en produceert de veestapel al meer dan 9 jaar meer dan 100 kg vet en eiwit per geit per jaar. Een prestatie waar ze, met recht, trots op zijn. Vader en moeder Stapelbroek hebben het bedrijf opgestart en langzaam maar zeker dient de opvolging zich aan, die stukje bij beetje de ruimte krijgt om hun eigen visie te implementeren in het bedrijf. Dochter Jacquelien regelt sinds vier jaar steeds meer zaken rondom het bedrijf en neemt steevast een flink aantal melktaken voor haar rekening. Drie jaar geleden drukte vriend Patrick zijn neus aan het venster. Ook hij kreeg steeds meer plezier in het verzorgen van geiten, met name voeding vindt hij interessant.
Nieuwe uitdaging
Ondernemerschap is het jonge stel niet vreemd. Inherent aan ondernemerschap hoort uitdagingen aangaan. Uitdaging vonden Jacquelien en Patrick onder andere in het voeren van vers gras. Doordat voerkosten, door stijgende mengvoerprijzen, steeds hoger werden, wilden ze met het voeren van vers gras proberen de voerkosten verder te verlagen met behoud van hun hoge melkproductie. De eerste stapjes op het gladde ijs werden gezet met hun Case Maxxum 5150 en een PZ 185. Het gemaaide gras werd enkele uren later met een Mengeler opraapwagen van het land gehaald.
Vooraf werd bepaald hoeveel droge stof er op het land stond en hoeveel droge stof aan gras de geiten moeten vreten. Om wat gevoel bij de hoeveelheid te maaien gras te krijgen werd met behulp van een simpele berekening uitgeteld hoeveel meter er per dag gemaaid moest worden. Dit bleek een simpele en uiterst effectieve manier van werken waar vandaag de dag nog steeds gebruik van wordt gemaakt.
Een groen-gele lappendeken om het huis
Toen, en nu nog steeds, bestaat in de zomerdag het rantsoen uit vers gras en graskuil/balen. Het percentage vers gras is maximaal 50% van het ruwvoerrantsoen en hangt vooral af van het aanbod en de kwaliteit van vers gras. Zelhem ligt op één van de droogste plekken van Nederland, zo is afgelopen jaren gebleken. Voldoende aanbod van goed vers gras valt niet altijd even mee, dus als er krapte dreigt, wordt het aandeel vers gras ruim van tevoren al iets naar beneden bijgesteld. Ook wordt er door de geitenhouders geschakeld als het gras te lang wordt. In die situaties laten ze het gras staan en beginnen ze op een ander perceel te maaien waar het gras korter is. Als er gemaaid gaat worden voor het inkuilen, dan worden de stukken meegemaaid die eerder zijn blijven staan. Je kunt je voorstellen dat het grasland rondom het bedrijf van de familie Stapelbroek eruitziet als een groen-gele lappendeken.
Na het eerste jaar vers gras voeren, is de hulp van Kees de Groot ingeroepen. Kees is Agro Specialist bij GIJS. Samen met Stapelbroek hebben ze heel wat kilometers gewandeld door de graspercelen. Samen hebben ze bepaald welke bemesting geschikt is en welke grassoorten er het beste geteeld kunnen worden op de zandgronden rond Zelhem. Afgelopen jaar zijn er ook de eerste percelen met het speciaal geteelde Geitengras ingezaaid. Dit is een ras met hoog productieve suikers. Na het eerste jaar is ook de oude opraapwagen ingeruild voor een Jeulin Pales 500 met ingebouwde PZ 210 Trommelmaaier. “Een tweedehandsje, maar nog prima in orde,” zegt Patrick. “Dit werkt onmundig mooi en scheelt veel tijd,” aldus Patrick.
Is vers gras voeren de moeite waard
Maar nu de hamvraag, heeft het ook wat opgeleverd? Jacquelien is resoluut: “Jazeker! Maar het komt niet allemaal vanzelf.” “Het is een kwestie van lange adem,” vult Patrick aan. “Je moet er eerst mee leren werken.” Vooral vooruit plannen en inspelen op gras kwaliteit met voeding zijn de uitdagingen. Gelukkig kunnen we hierover altijd sparren met Jan van der Zee, geitenspecialist bij GIJS. “Al met al kunnen we zeggen dat we het krachtvoerverbruik met bijna 10 kg brok per 100 kg hebben verlaagd in de zomer,” geeft Jacquelien aan. “Het scherpste met vers gras kun je voeren in de maanden april en mei en de periode september t/m oktober. De melk hebben we nagenoeg op peil weten te houden, dus ons saldo per geit is zelfs in het afgelopen jaar toegenomen, waarin de voerprijzen de pan uit zijn gerezen.” Valt er nog wat te leren voor beginners? “Jazeker,” antwoordt Patrick. “Je moet niet denken dat het allemaal makkelijk gaat. Je moet nog scherper zijn op voeding. Scherp zijn op molshopen en mierenhopen, waar we dit jaar last van hebben. Ook moet je niet te laag maaien. Dit scheelt echt veel in de hergroei van het gras.” “In de zomer moet je ook niet stoppen met vers gras voeren. Dan maar wat minder voeren,” zegt Jacquelien. “Als je doorgaat, blijf jezelf en de geiten in het ritme. Daar doen onze geiten en ik het veel beter op,” zegt ze lachend.
Het krachtvoerverbruik zakt vooral in de maanden april, mei, september en oktober. De daling over deze 4 maanden ligt gemiddeld op 1 kilo per 100 kg geproduceerde melk. Bij de andere gras maanden is het vooral afhankelijk van totaal aanbod DS en de kwaliteit van het gras. Op jaarbasis is de minimale besparing op mengvoer 53 kg per geit, dat is op jaarbasis ruim 46 ton mengvoer.