Het teeltseizoen van 2025 was dé perfecte gelegenheid om de effectiviteit van druppelirrigatie en fertigatie in grasland te testen. Dit jaar hebben we een uitgebreid onderzoek uitgevoerd waarbij we niet alleen hebben gekeken naar opbrengst en voederwaarde, maar ook naar de efficiëntie van stikstof en het risico op uitspoeling. Op basis van eerdere ervaringen met druppelirrigatie verwachtten we al een hogere stikstofbenutting, wat zou resulteren in meer droge stof en eiwit met dezelfde hoeveelheid stikstof uit bemesting.
Opvallende resultaten en droogte als katalysator
De aanhoudende droogte en warme dagen zorgden ervoor dat de verschillen in het veld zeer duidelijk zichtbaar werden. Ook de voorlopige opbrengstcijfers bevestigen dit beeld. De metingen laten zien dat op de proefvelden met druppelirrigatie en fertigatie de benutting van stikstof aanzienlijk hoger ligt dan op het standaard perceel. Ten opzichte van standaard bemesting zonder irrigatie produceerden we tot wel 24% meer eiwit per kilo stikstof. De droogte heeft dit jaar in ons voordeel gewerkt. Zo kwamen de verschillen tussen de diverse toepassingen duidelijk naar voren en en werd deze trendbreuk in bemesting en irrigatie extra benadrukt.
Wetenschappelijke onderbouwing en lopend onderzoek
De Wageningen University & Research (WUR) heeft dit jaar de metingen in het veld voor het MIC uitgevoerd. Elke twee weken zijn er monsters van vers gras en bodemvocht genomen. Dit in combinatie met wekelijkse metingen van de grashoogte, krijgen we een goed beeld van de gewasontwikkeling en stikstofopname. Het nitraatgehalte in het bodemvocht is op 30, 60 en 90 cm diepte gemeten om te zien hoe de stikstof zich gedurende het seizoen door de bodem beweegt. Deze metingen lopen door tot in de winter om zo een compleet beeld te krijgen van de uitspoeling gedurende het hele jaar.
Irrigeren: timing en techniek cruciaal
Met behulp van vochtsensoren konden we alle proefobjecten nauwkeurig volgen. Het werd al snel duidelijk dat we vroeg moesten beginnen met extra irrigatie. Om irrigatie effectief te laten zijn, mag de grond niet te ver uitgedroogd zijn. Als dit wel gebeurt, kost het onnodig veel water om de grond weer vochtig genoeg te krijgen. Op een proefperceel zonder irrigatie droogde de grond zo extreem uit dat de grasgroei bijna volledig tot stilstand kwam. Zelfs de zomerse regenbuien hadden beperkt effect; de bovenste 20 cm werd iets natter, wat leidde tot een korte opleving van de groei, maar droogde al snel weer uit. Deze droogte heeft ons minstens één snede aan opbrengst gekost.
Eerste conclusies en toekomstplannen
Hoewel er nog een laatste snede gemaaid zal worden, kunnen we de eerste conclusies trekken. Fertigatie met drijfmest en kunstmest in grasland is zeer effectief. Dit jaar resulteerde het in 15% meer droge stof en 24% meer eiwit in vergelijking met standaard bemesting zonder irrigatie. De effectiviteit van stikstof was hierdoor 25% hoger. Wat het effect op de bodemvoorraad en uitspoeling zal zijn, zal dit najaar en de winter duidelijk worden.
Hoe deze techniek in een “gemiddeld” jaar presteert, moet nog blijken. We blijven de komende jaren doorgaan met metingen en zullen de lessen van 2025 meenemen in onze bemestingsstrategie, de keuze van de stikstofvorm en de timing van zowel irrigatie als fertigatie.