Dynamische rantsoennormering heeft oog voor detail

De potentie van melkgeiten ligt overal even hoog. Toch geven geiten op het ene bedrijf meer melk dan op het andere bedrijf. Genetica bepaalt maar voor een klein deel de werkelijk melkproductie van een geit, management, omgeving en voer spelen daarentegen een veel grotere rol. Gedurende de opfok moet je een pens creëren, gedurende de lactatie moet je hem onderhouden en om goed te produceren moet daarna de turbo aan.

Een rantsoen moet voor de komma kloppen om de pens te onderhouden. Om de turbo aan te zetten moet het rantsoen ook achter de komma kloppen. Net dát stukje achter de komma is voor elk bedrijf uniek. Bedrijfsopzet en management zijn daarbij de belangrijkste factoren, maar net die zaken kunnen zó uniek zijn voor elk bedrijf. Omdat onze stalnutritionisten zo dicht naast de boer staan, kunnen we die factoren zeer goed benutten.

In het rantsoen kun je rekening houden met deze factoren. We hebben ze samengevat in de GVMI, ofwel de GIJS-Voer-Managements-Index. De input van deze index geeft als resultaat een waarde die bedrijfsuniek is en aangeeft hoeveel hoger of lager dan de streefnorm er aan nutriënten in een rantsoen moet komen. Deze waarde heeft voornamelijk invloed op de voederwaarden op pensniveau. Is er juist ruimte om de pens wat pittiger te voeren, of zijn de omstandigheden zo dat we juist meer rust aan de pens moeten geven. Beide gevallen kunnen positief werken op de melkproductie, wat afhangt van het management. Hogere of lagere voederwaarden uit de GVMI noemen we ‘dynamische rantsoennormering’. Denk hierbij aan het aandeel verteerbare celwanden dat je aan kunt bieden, of juist aan de hoeveelheid pensenergie en penseiwit. De balans tussen deze factoren moet er altijd zijn, maar met een hogere GVMI-score kan het totale aanbod van nutriënten wel een stuk hoger worden. Daarmee krijg je meer nutriënten beschikbaar voor het uier.

Factoren die van invloed zijn op een dynamische rantsoennormering zijn bijvoorbeeld het aantal voer- en aanschuifmomenten per dag. Vaker kleine hoeveelheden voer verstrekken of aanschuiven zorgt namelijk voor een gelijkmatigere opname en dus voor minder schommelingen in de pens. Zo levert één voerbeurt een licht negatieve index op, terwijl vier keer aanschuiven een positieve bijdrage levert. Overbezetting en leeftijd spelen mee in de berekening, maar ook het lactatiestadium. Bij een verse geit kan immers minder de grens opgezocht worden dan bij een duurmelker ver in lactatie. 

De kunst is om geen foutjes te maken in het management zodat de potentie van elke geit eruit komt.

 

De gezondheid van de veestapel heeft een flinke impact op de productiecapaciteit, daarom wordt deze factor zeker meegenomen in de GVMI. Een matige of sterke aanwezigheid van bijvoorbeeld CAE heeft flinke invloed op de bandbreedte van het functioneren van de pens van die geiten. Daar zullen rantsoenen dus veiliger gevoerd moeten worden ten opzichte van een ziektevrije veestapel. Additieven in ruwvoer en krachtvoer zijn ook van invloed op de GVMI. Denk hierbij aan inkuilmiddelen en buffers. 

De dynamische rantsoennormering van GIJS is toepasbaar bij alle geitenhouders en kent een unieke bedrijfseigen uitkomst. Op die manier worden rantsoenen helemaal sluitend op elk type bedrijfsvoering, waardoor je meer saldo uit je melkgeitenbedrijf kunt halen. Elke geit moet het niveau kunnen halen als je beste geit. De potentie zit erin en met de GVMI kun je die potentie er maximaal uithalen. De berekening is gericht op kenmerken die de gezondheid van de pens beïnvloeden. Uit de GVMI kunnen we ook precies zien wat de meest beperkende factoren zijn om de motor van de pens goed draaiende te houden. Het toont dus mooi de verbeterpunten van je bedrijf aan en met die kennis kun je het management verbeteren op het bedrijf. In de praktijk kan niet alles optimaal of perfect zijn. Met de dynamische rantsoennormering houd je sterk rekening met pensnutriënten als enkele zaken suboptimaal zijn: veilig maken waar nodig, en versnellen waar mogelijk.

De berekening is op een gezonde pens gericht dus een optimaal saldo.

 

BLIJ MET GIJS
“GIJS doet het goed, een schot in de roos. Onze omzet is een stuk hoger en de geiten zijn gezonder sinds we van GIJS voeren. Diarree is geen probleem meer op ons bedrijf en we hebben nu weer veel geiten die lang melk blijven geven, daar gaat het uiteindelijk om. Het krachtvoer is goed op ons ruwvoer afgestemd en dat werkt erg prettig. Ook de lammeren doen het goed. Wij zijn zeer tevreden met GIJS.” José en ook Thijs hebben en geven hierin perfect advies. 

Firma Schoon, Zuiderwoude

× Chat