Mest & Mineralen – najaar 2025 Boeren zonder derogatie: hoe pak ik dat aan?

In 2026 vervalt de bekende derogatie. De minister heeft afgelopen zomer nog wel een verzoek gedaan voor een nieuwe vorm van derogatie op grasland, maar het is onzeker of en onder welke voorwaarden dit doorgaat. Voor nu moeten we er dus rekening mee houden dat er volgend jaar geen derogatie meer is. Het verdwijnen van derogatie betekent niet alleen minder ruimte om mest te plaatsen, maar ook dat sommige verplichtingen wegvallen. Zo vervalt de eis om minimaal 80% van je land als grasland te hebben en hoef je niet meer verplicht van elk perceel een grondmonster te nemen.

Toch is het belangrijk om je goed voor te bereiden op de nieuwe situatie. Zeker als je van plan bent om grasland te scheuren of je bouwplan aan te passen.

Stel jezelf een aantal belangrijke vragen:

  • Wat wil ik bereiken qua melkproductie?
  • Welk rantsoen heb ik daarvoor nodig?
  • Hoe teel ik zelf genoeg passend ruwvoer?
  • Hoeveel gras- en bouwland heb ik nodig?
  • Welke gewassen ga ik zelf verbouwen?
  • Of is (deels) ruwvoer aankopen beter?

Door deze vragen te beantwoorden, kun je keuzes maken die jouw rantsoen en bedrijfsvoering optimaal laten aansluiten bij de mest- en mineralenruimte zonder derogatie.

Let op je mestplaatsingsruimte
Scheur je grasland en besluit je geen nieuw grondmonster te nemen? Dan geldt op dat perceel automatisch fosfaatklasse hoog.

  • Op grasland: max. 75 kg fosfaat per hectare –> ca. 50 m³ drijfmest.
  • Op bouwland: max. 40 kg fosfaat per hectare –> ca. 27 m³ drijfmest.
  • De stikstofnorm blijft op 42,5 m³ per hectare.

Heb je veel bouwland zonder geldige grondmonsters? Dan kan fosfaat de beperkende factor worden voor dierlijke mest, ondanks de recent verlaagde stikstofnormen door het afbouwen van de derogatie.

Vergeet de gewasrotatie niet
Heb je minder dan 75% grasland op je bedrijf, dan geldt de gewasrotatie-eis vanuit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLMC 7), waarbij je aan de volgende 2 punten moet voldoen:

  1. Op minstens 1/3 van het bouwland moet elk jaar een ander hoofdgewas staan. Een volgteelt mag ook, mits deze blijft staan tot de volgende hoofdteelt.
  2. Minimaal eens per vier jaar moet op elk perceel een andere hoofdteelt geteeld worden. Een volgteelt telt daarbij niet mee. 

Dit betekent dat snijmais maximaal drie jaar achter elkaar op hetzelfde perceel geteeld mag worden. Daarnaast blijft de rustgewas-eis op zand- en lössgrond ook in stand. Er moet in de periode 2023-2026 minimaal één keer een rustgewas geteeld worden.

Maak een goed plan voor 2026

  • Overweeg om het graslandareaal boven de 75% te houden om vrijstelling voor gewasrotatie te behouden.
  • Bedenk of het voor jouw bedrijf verstandig is om grondmonsters te blijven nemen, zodat je de fosfaatruimte optimaal benut.
  • Plan je mestbeheer:

– Wanneer wil je mest afvoeren?
– Wanneer heb je zelf de meeste mest nodig?

Beoordeel je situatie op tijd en maak een concreet plan voor 2026. Zo werk je gericht naar een passend rantsoen en een optimale melkproductie, ook zonder derogatie.

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.