Puntjes op de ‘i’ werpt vruchten af

Geitenhouder Hutten in Ane beste allrounder bij GIJS

Op geitenbedrijf Hutten in Ane staan de puntjes op de ‘i ‘: met hun 800 geiten realiseren ze een hoge melkproductie met goede gehalten in combinatie met scherpe voerkosten. Bij GIJS komen ze daarom als beste allrounder van 2022 uit de bus. ‘Wij zijn altijd secuur en alert’ aldus Henk Hutten. Beste all rounder word je wanneer je hoog scoort op voersaldo per geit en lage voerkosten per kg fcpm.

De lammerperiode op het Overijsselse bedrijf is, op het moment van dit gesprek, eind februari 2023, over de helft. De komende weken, tot half mei, lammeren nog zo’n 170 eerstejaars geiten af. Karla, Henk en zoon Chiel blikken tot nu toe tevreden terug. Van de 170 geiten die lammerden werden maar liefst 35 vierlingen en drie vijflingen geboren. Ondanks dat verliep de lammerperiode zonder problemen of tegenvallers.

Met name Karla neemt de lammerenopfok voor haar rekening.  De eerste 24 uur gaat er drie keer een fles biest in de lammeren. ‘De mannen zeggen dat ik nét iets meer feeling en geduld heb met de lammeren’, vertelt ze lachend. ‘Ik zit er inderdaad bovenop en heb een eigen systeem. Ook Henk is erg alert op de gezondheid van de lammeren. Het geeft voldoening om te merken dat de lammeren het goed doen en goed blijven doen. Ondanks het hoge aantal vier- en vijflingen verliep het goed.’

Secuur en alert
Het is niet zo dat nu de druk er wat af is tijdens de lammerperiode de geitenhouders het ook iets rustiger aan doen. Integendeel. Het past überhaupt niet bij ze om op die manier met hun bedrijf bezig te zijn. Altijd zijn ze alert op alles.

De prestatie die de familie in 2022 neerzette is uniek. Ze slaagden erin goed te melken én efficiënt te voeren met goede resultaten. In 2022 behaalde het bedrijf een resultaat van 1.370 kg meetmelk met 101 kg vet en eiwit. De voerwinst lag op € 51,98 per 100 kg meetmelk en krachtvoer en krachtvoerachtige kosten bedroegen € 20,41 per 100 kg meetmelk. Dit is een bijzondere prestatie in tijden met hoge voerprijzen. Hoe slaagt het bedrijf erin deze goede resultaten neer te zetten?

Chiel: ‘We werken secuur en zijn altijd alert. Ik ben als ik vrij van school ben voornamelijk bezig met het voeren en landwerk, mijn vader is liever in de stal. Hij is een echte geitenboer. We hebben allemaal een grote passie voor geiten, maar mijn vader kan de geiten echt lezen. Als een geit niet fit is, heeft hij dat al lang gezien. Ik zeg wel eens: Mijn moeder en ik zetten de streep, mijn vader zet altijd en overal de puntjes op de ‘i’.’

Rust en balans
Dunne mest was een probleem voordat het bedrijf twee jaar geleden de overstap naar GIJS maakte. Geitennutritionist Frank Veldkamp kwam op het bedrijf en gooide in nauw overleg het roer om. Hij adviseerde onder andere om in het voermanagement zaken anders te gaan aanpakken. Dunne mest is nu nauwelijks meer een issue op het geitenbedrijf, mede door een goede afstemming met de Maxim Hutten Maatwerkbrok van GIJS voor een optimaal rantsoen. Deze aanpak en het vakmanschap van de geitenhouders uit zich in zeer goede resultaten. Frank: ‘De bedrijfsspecifieke maatwerkbrok wordt met zorg en beleid aangepast en door samen deze voeraanpak helder te hebben, is er geen gedoe meer en is er meer continuïteit, rust en balans in de stal.’

Fris voer
Het rantsoen bestaat nu uit kuilgras, perspulp, mais en gerst-erwten. Aankomend jaar worden dat lupine. Kuilgras wordt in twee soorten gevoerd voor een zo homogeen mogelijk product over de gehele dag en geeft meer rust in de pens.

Henk: ‘We zijn erg tevreden over de overstap naar GIJS. We hebben weer rust in de stal, de dieren zijn gezond en dunne mest is nagenoeg niet meer aan de orde. Voorheen voerden we drie soorten krachtvoer, nu is dat alleen nog de GIJS Maxim Hutten Maatwerkbrok.’

Henk: ‘De geiten krijgen twee keer per dag vers voer met de voermengwagen en vijf keer per dag Maxim Hutten Maatwerkbrokken van GIJS met de feedkar. Dat zijn controle-momenten als ze aan het voerhek komen. Als een geit achterblijft tijdens het voeren, valt dat op. Ik vind het belangrijk dat altijd voldoende fris voer beschikbaar is. De keerzijde daarvan is dat je meer restvoer accepteert, maar we hebben voldoende op voorraad. Als we ruwvoer moesten aankopen, zou het uiteraard een ander verhaal zijn.’

Dit voorjaar zet de familie de stap richting automatisch voeren. ‘De voerrobot komt straks vijf tot zes keer per dag langs met kleine porties zodat de geiten altijd vers voer hebben. Chiel: ‘Een geit is kieskeurig. Door kleinere porties te gaan voeren, is de verwachting dat alles op gaat en dat we meer ruwvoer in de geit krijgen. We hopen hiermee op een hogere melkproductie en een nog betere voerefficiëntie.’

Goede veestapel
Sinds 1999 melkt de familie geiten, nadat het melkveebedrijf dat ze samen met een buurman hadden, ophield te bestaan. Ze kochten een goede geitenstapel aan. De geiten waren ziektevrij en hadden een hoge productie:  rond de duizend kg. De jaren erna, behalve de lage melkprijzen in 2002 en 2007, kende het bedrijf weinig tegenslagen. Met eigen aanwas werd opgeschaald van 450 naar de huidige omvang van 800 geiten. 

Lupine als eiwitbron
Het secure werken uit zich ook in de ruwvoerwinning. Van hun 38 ha grond, waarvan 4,5 ha mais en dit jaar op 3 ha lupine wordt geteeld, streven ze naar het oogsten van kwalitatief, smakelijk en gezond voer voor de geiten. De nadruk ligt daarbij op het telen van alternatieven voor eiwit. Bij de keuze voor lupine speelt ook mee dat de teelt van lupine wordt beloond in het nieuwe GLB.

Henk: ‘We hebben voor lupine gekozen omdat we dan minder eiwitachtige krachtvoeders hoeven aan te kopen. De eiwitrijke aanvulling kan voor de toekomst eiwitkrachtvoeders vervangen en dat drukt de voerkosten. Lupine scoort hoog op VEM en op ruw eiwit. Ook werkt het goed op de darm- en pensflora van de geit, weet Frank Veldkamp uit ervaring.  We hopen bovendien op een plus op de melkgift en gehaltes.’

Voor nog meer eigen eiwit is dit jaar op 7 ha grasklaver ingezaaid. ‘Afgelopen seizoen hadden we gerst-erwten in het rantsoen. De opbrengst daarvan was hoog, maar de gehalten VEM en eiwit waren wisselend’, vult Chiel aan.

In februari gaat de vaste mest op het land en daarna wordt varkensmest met de zodenbemester uitgereden. Het grasland wordt jong gemaaid. ‘Tijdens normale zomers streven we er naar om rond de 4 tot 5 weken te maaien.  We kuilen niet te droog in. Maaien, harken en schudden doen we zelf, de loonwerker kuilt in. Sinds een aantal jaren kunnen we beregenen, dat is een groot voordeel’, vertelt Henk.

Kennis van fokkerij
Goede foklijnen zijn ook een belangrijk aandachtspunt op het bedrijf. De nadruk ligt daarbij op een ruwvoerverwerkende, goed melkgevende en duurzame geit.

Henk: ‘We doen vier keer per jaar melkcontrole. Ieder jaar komen de vijftig hoogst productieve geiten bij de KI. Rond de honderd geiten worden natuurlijk gedekt. Van de bokjes houden we er vijf voor het dekken van de tweehonderd lammeren. De overige bokjes verkopen we aan een aantal vaste geitenhouders. We doen dit al ruim tien jaar.’ De strakke administratie die hiervan bijgehouden wordt, verzorgt Karla. ‘Ik zorg ervoor dat alles is te traceren en dat moeder, KI en productie snel inzichtelijk zijn’, licht ze toe.

De 19-jarige Chiel, die nu nog in Hardenberg op het Zonecollege zit, hoopt in de toekomst het geitenbedrijf over te kunnen nemen. De inzet op het automatisch voeren is een eerste stap om ooit het werk alleen af te kunnen. ‘De huidige omvang is met één persoon behoorlijk omvangrijk. Door het automatische voeren nemen we een deel van deze arbeidsbelasting weg.’

× Chat